Welkom Mail Route Links

Columns

Oktober 2008: Wonderen
September 2008: Verkeren
Juli-augustus 2008: Autoriteit
Juni 2008: Geduld
Mei 2008: Einstein
April 2008: Eén minuut
Maart 2008: Liefde
Februari 2008: Opruiming
Januari 2008: Lijntjes
December 2007: Na dato
November 2007: Gezichten
Oktober 2007: Het weerzien
September 2007: Voor wie?
Augustus 2007: In memoriam J.
Juli 2007: Trots
Juni 2007: Beslissen
Mei 2007: Jongen
April 2007: God en Brood
Maart 2007: Kleur
Februari 2007: Dirigenten
Januari 2007: Vrouw over auto
December 2006: Kiezen
November 2006: Stof
Oktober 2006: Zoeken
September 2006: Vroeger en internet
Augustus 2006: Campinglessen
Juli 2006: Levensbestemming
Juni 2006: Loslaten
Mei 2006: Eerlijk
April 2006: Leuk op straat
Maart 2006: Blikken
Februari 2006: Nieuwsgierig
Januari 2006: Spijt
December 2005: Liefs
November 2005: Ach en wee
Oktober 2005: Euforie
September 2005: De vraag waarom
Augustus 2005: Afscheid
Juli 2005: Verlichting
Juni 2005: Alleen
Mei 2005: Blussen
April 2005: Kwetsbaar
Maart 2005: Naar buiten




Autoriteit (juli-augustus 2008)

Al een tijdje wil ik over de sportschool schrijven die ik wekelijks frequenteer. Ik heb er namelijk een haat-liefdeverhouding mee. Elke keer als ik er binnenstap, denk ik: hier hoor ik helemaal niet. De harde muziek, die lichamen die tot machines gereduceerd lijken, de te joviale sfeer al is eigenlijk iedereen best aardig… Ik kom er vooral om mijn benen voor te bereiden op lange bergwandelingen en verder voor het hoogtepunt: de sauna die eenvoudig, heerlijk rustig en dus doeltreffend is.
 
Vandaag heb ik mijn zoon van vijftien voor de eerste keer meegenomen, als ik dat nog zo moederlijk mag uitdrukken. Hij wil zijn conditie opvijzelen en vindt het leuk om dat te doen op een apparaat met een dashboard, waarop snelheid, hartslag en duur vermeld staan. Zijn begeleider komt naar me toe: u moet het goede voorbeeld geven voor uw zoon en ook een handdoek meenemen (die ik nota ben zelf in mijn zoon z’n handen had gedrukt). Ik repliceer dat ik hier pro forma op de loopband sta, wat ook zo is, alleen voor mijn zoon, want dat ik pas vandaag, voor het eerst na vier dagen, weer koortsvrij ben. Dat ik tien minuutjes heel sloom op een apparaat (2 km p/u, niveau 0) zal lopen, daar echt niet zodanig van zal zweten dat ik een handdoek nodig heb en daarom het geval dit keer maar heb thuis gelaten.
 
‘Ja, maar als je straks op de apparaten gaat, heb je wel een handdoek nodig om op te zitten en zo.’ ‘Ik ga helemaal niet op de apparaten, ik neem zo een heerlijk stoombad tegen mijn verstopte hoofd, en die verplichte badhanddoek, die ligt boven wèl klaar.’
 
‘Nou, maar dan moet je toch voor de andere sporters een handdoek bij je hebben want die denken gewoon dat je hier staat te sporten. Dus ga je je handdoek halen of zullen wij er voor eentje zorgen?’ (Mijn zoon naast me geint: je mag de mijne wel lenen mam…).
 
Ik heb dus maar met mijn gammele lijf die enorme badhanddoek van boven gehaald om hem vervolgens niet te gebruiken natuurlijk. Waarom krijg ik hier nou de kriebels van? Omdat ze per se niet ook maar één keer een uitzondering willen maken, want regels zijn regels? Omdat er geen sprake is van enige flexibiliteit? Omdat hij wil winnen, maar ik net zo goed, en omdat ik –balen- verloren heb? Waarom sta ik hier trouwens niet gewoon boven, als wijze dame op leeftijd? Er komt zelfs een verhaaltje bij me omhoog dat een astroloog ooit tegen mij heeft gehouden, namelijk dat ik in een vorig leven door de inquisitie gemarteld en uiteindelijk vermoord zou zijn. Nou, als dat zo is, dan kan ik natuurlijk nu nog steeds niet tegen een autoriteit die mij dwars probeert te zitten, kunnen ze geen rekening houden met mijn soort mensen?
 
Als ik het voorval licht vertwijfeld tegen mijn andere zoon vertel, -wat vind jij hier nou van- reageert hij net zoals ik: ook hij steigert, terwijl hij bij mijn weten niet door de inquisitie getergd is. Dan hebben we kennelijk antiautoritaire genen. Volgens hem hebben ze in sportscholen een teveel aan groepsmentaliteit èn een gebrek aan vertrouwen in het individu. Alsof, als er eens iemand een keer om speciale redenen geen handdoek bij zich heeft, iedereen voortaan, al druipt het zweet van hen af, de handdoek stelselmatig thuis zal houden. Hij gaf me nog wel een standje. Ik had tegen die trainer moeten zeggen: nou, als je zo graag wil dat ik een handdoek heb, zorg er dan ook maar voor. Hij had het immers zelf aangeboden? Kijk, dat maakte nou mijn dag weer goed. Een jongste zoon die blijk geeft van een forse dosis humor op kritieke momenten, en een oudste die mij leert hoe je met autoriteit kunt omgaan. Nu maar hopen dat ze dat niet noodgedwongen in de omgang met een autoritaire moeder hebben ontwikkeld.