Ooit, ik was een jaar of zeventien, achttien, en het was de tijd van de buttons, spelde ik een button van Albert Einstein op mijn jas. Zo’n grote kop met grijze haren. Waarom ik dat toen deed: ik heb geen flauw idee. Ik weet nog wel dat er soms verbaasd en een enkele keer geschokt op gereageerd werd door mijn omgeving. Misschien deed ik het alleen al daarom. In elk geval bleef ik het ding eigenwijs op houden. Ik vond het wel wat hebben, zo’n man op mijn revers, maar geloof me, ik wist in het geheel niet wat voor man dat was. En nu, dertig jaar later, lees ik opeens het volgende citaat waar ik helemaal mee kan instemmen:
De intuďtieve geest is een godsgeschenk
En het rationele verstand is een dienaar.
We hebben een maatschappij geschapen
Die de dienaar vereert en het geschenk is vergeten.
Driemaal raden van wie het afkomstig is. Juist ja. Ik ga maar eens even bij Wikipedia kijken wie Einstein eigenlijk was en wat hij precies deed. Hij blijkt niet alleen deze wijze uitspraak gedaan te hebben, maar vooral ook een groot theoretisch natuurkundige te zijn geweest. Hij heeft zich o.a. met de kwantummechanica beziggehouden (waar in de New Age vaak naar wordt verwezen als een soort bewijs dat de onderzoeker als zijnde het subject invloed heeft op het onderzochte object) en met de kosmologie, en natuurlijk met de relativiteitstheorie. Mmm, zou ik me soms intuďtief met hem verwant hebben gevoeld, al begrijp ik, na even erop staren, nauwelijks iets van de relativiteitstheorie?
Fascinerend is dat hij een van de meest bekende gezichten schijnt te zijn en dat zijn naam synoniem is met een grote intelligentie. Ik vraag me af hoe hij dat, waarschijnlijk onopzettelijk, voor mekaar heeft gekregen in het televisieloze tijdperk: een van de meest bekende gezichten ooit te worden. Voor iemand die een boek heeft geschreven dat ‘Gezicht gevonden’ heet, is dat desondanks geen gefundenes Fressen. Zou het alleen met zijn eruditie van doen hebben? Wij hier thuis roepen voor de lol nog een aantal reeds lang gehemelde celebrity’s voor ons geestesoog op: ja, Bach komt tevoorschijn, en Beethoven al helemaal, van die mannen die door hun witte manen iets van leeuwen weg hebben. Mozart doemt ook wel op, maar dat heeft meer te maken met de film Amadeus waarin hij schaterend te zien is, zodat ik niet zeker weet of ik acteur Tom Hulce voor me zie, of Mozart zelve. Maar Newton bijvoorbeeld, een man die door Einstein zelf als een veel grotere geleerde werd beschouwd, wie weet nog hoe hij eruit zag? Hij is weliswaar, zoals mijn geliefde tegenwerpt, een paar eeuwen ouder dan Einstein, maar met Bach scheelt het maar enkele decennia. En wie zou de beeltenis van Tchaikovsky, niet zo heel veel ouder dan Einstein, nog herkennen? We houden het er maar op dat je in voorgaande eeuwen niet zo makkelijk bekend wereldburger werd als nu, met alle mediamogelijkheden. Het zal wel een combinatie zijn geweest van uitmuntend talent čn een karakteristieke kop die, niet onbelangrijk, vaardig is aangedikt door portrettisten met gevoel voor uitstraling.
Blijft de vraag waardoor deze heren (zijn er ook bekende damesgezichten?) in onze maatschappij nog steeds vereerd worden, om met bovengenoemd citaat te spreken. Om hun rationele verstand of om hun intuďtieve geest? Dat we bij de naam Einstein direct denken aan een superbrein, doet het ergste vrezen, maar –om hoopvol te besluiten- dat dit citaat opduikt, kan duiden op een verandering van perspectief.