Het is me een paar keer overkomen hier in het dorp. Ik kom een vrouw tegen die ik in eerste instantie nauwelijks herken, maar na een paar extra blikken op haar geworpen te hebben weet ik: ja, ze is het toch. Het gaat om vrouwen die ik niet zo vaak zie, maar toch wel eens heb gesproken. Ik vraag hoe het er mee is, en sta me ondertussen te verbazen over de verandering in haar gezicht. Waren haar trekken vroeger enigszins verscholen onder de huid, nu komen ze opeens veel duidelijker naar voren. Ze ziet er misschien ietsjes ouder uit, maar voor mij wel veel interessanter en vooral echter. Alsof haar persoonlijkheid nu duidelijk gezien mag worden in plaats van nog enigszins bedekt te worden door, ik zou bijna zeggen, een restantje babyvet, wat niet oneerbiedig bedoeld is. Het heeft er mee te maken dat veel baby’s en jonge meisjes nog op elkaar lijken, maar dat er bij haar nu iets krachtigs en eigens naar voren is gekomen. Ze is iemand geworden die weet wie ze is en waar ze voor staat. Het antwoord op de door mij aan haar gestelde vraag luidt: ik ben alweer een tijdje geleden gescheiden, maar het gaat wel goed nu.
De eerste keer dat ik dit meemaakte, was ik er nog verbaasd over. Wat kan een gezicht in relatief korte tijd veranderen. Bij de tweede en volgende keer dacht ik: dat is weer goed te zien. En ik vraag me af of anderen datzelfde zo’n jaar of zeven geleden ook bij mij hebben opgemerkt, toen ik die tot nu toe misschien wel grootste en moeilijkste beslissing in mijn leven genomen heb. Vroeger zou ik geschrokken zijn van de mededeling ‘we zijn gescheiden’, vanuit de gedachte die ik van huis uit heb meegekregen dat dat alleen maar kommer en kwel kan zijn. Ik merk het soms ook nu wel aan anderen, als ik vertel dat ik gescheiden ben. Mensen kunnen dat als een zware mededeling ervaren. Ik zie het dan aan hun geschrokken blik, en soms wordt me, lief bedoeld èn als zodanig opgevat, na zeven jaar nog sterkte gewenst. En natuurlijk is een scheiding niet makkelijk, kan het (gebroken) gezin vooral in de aanloop daar naartoe door een diep dal gaan.
Maar als ik dan bij deze mensen - het is me ook een keer bij een man opgevallen - zie hoe ze uit dat dal opklimmen, richting een weidser perspectief, kan ik genieten van hun open, opgebloeide gezicht, van het feit dat ze zo zichtbaar sterk uit de crisis tevoorschijn zijn gekomen. Mijn ervaring tot nu toe is dat ik met hen ook beter in contact kan komen dan voorheen. Er is geen ongenoegen of disharmonie meer die onder de oppervlakte broeit maar nog niet openbaar gemaakt mag worden, geen gevoelens meer die ontkend of gemaskeerd worden. Er is openheid, meer helderheid over zichzelf en daardoor ook voor anderen. Zo beschouwd zou je bijna geneigd zijn iedereen een dergelijke crisis toe te wensen. Moraal van dit verhaal: voordat je na een scheidingsmelding ach en wee gaat roepen, is het altijd goed om eerst even naar iemands gezicht te kijken.